Een hele opluchting
Ik belde eens, na een wanhoopsnacht
vol angst en liefdespijn,
mijn beste vriend : waar of die dacht
dat mijn Jeanette kon zijn.
Ach! ik had me weer eens op hol gebracht
om niks. Om mijn ziek brein.
Want dààr klonk, slaperig, héél zacht,
Jeanette over de lijn.
Ik belde eens, na een wanhoopsnacht
vol angst en liefdespijn,
mijn beste vriend : waar of die dacht
dat mijn Jeanette kon zijn.
Ach! ik had me weer eens op hol gebracht
om niks. Om mijn ziek brein.
Want dààr klonk, slaperig, héél zacht,
Jeanette over de lijn.
Lévi Weemoedt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten